(8b) Vragen bij de lezing gehouden op 15 april 2011 over "Over balken, parels, slangen en poorten" door Willem J. Ouweneel in de Ontmoetingskerk in Waddinxveen |
maandag, 12 september 2011 19:26 | |
Daar gaan we, hoe verhoudt zich het woord weinigen in onze tekst tot de schare die niemand tellen kan, sleurt Satan uiteindelijk meer mensen mee in zijn val dan Christus doet delen in Zijn overwinning. Ja, getallen zijn altijd relatief, of je iets veel of weinig noemt dat is zeer subjectief. Ik hoorde van iemand die zelf geen kinderen had die sprak met iemand en vroeg hoeveel kinderen heb je en toen zei ze acht. O, zei hij, dat is weinig. H?, zij vond acht eigenlijk best een flink gezin. Toen zei hij, ja het staat in de Bijbel, in de ark waren weinigen, dat is acht zielen. Ja, uit de hele mensheid acht die gered werden, dat is heel weinig, maar acht kinderen is heel veel. Dus zo kan het zijn dat op de hele mensheid er maar weinigen zijn die de weg naar het leven vinden, terwijl dat alles bij elkaar toch een HELE, HELE grote schare is. Dat lijkt me niet zo moeilijk, getallen zijn altijd maar betrekkelijk. Wat je veel of wat je weinig noemt, hangt van je referentie kader af. Hoe groot zal de buit van Satan en hoe groot zal de buit van Christus zijn? Daar valt geen zinnig woord over te zeggen. Ik zal u twee meningen geven die ik in de loop der jaren heb gehoord. De ene is: ja de hel moet toch ook vol worden. Dat vind ik een malle uitspraak, het was een heel beroemde dominee, ik zal zijn naam niet noemen. De hel moet toch ook vol worden, ja, wat is dat nu. De hel is helemaal niet voor mensen bedoeld, sommigen komen er wel, maar de hel is voor de duivel en zijn engelen bereid. Nu als ik zie dat hij een derde deel van de sterren met zich meesleept, dan denk ik dat de duivel samen met zijn engelen de hel al aardig opvullen. Nee, daar heb je niets aan. De andere uitspraak is ook heel mooi van iemand die zegt : ik kan me niet voorstellen dat de buit van satan uiteindelijk groter zal zijn dan de buit van Christus. De moeilijkheid dus alleen is dat wat wij ons kunnen voorstellen, heeft in dit opzicht heel weinig gewicht in de schaal te leggen. Daar komt nog iets bij, er zit ook nog een foute gedachte achter. Er zit een middeleeuwse gedachte achter. Alsof de mensen die verloren gaan de buit van satan zijn. Dat zijn de schilderijen van Jeroen Bosch weet u wel, die daar laat zien hoe de mensen in de hel gekweld worden door allerlei duiveltjes, die ze met drietanden prikken. Maar de duivel zelf is daar slachtoffer, hij is geen kwelgeest. Hij is zelf daar iemand die in de onderste krochten van de duisternis geworpen wordt met zijn engelen. De hel is in de eerste plaats voor de duivel en zijn engelen bereid, die zijn daar niet de kwelgeesten, de folteraars, maar ze zijn degenen die het ergst gefolterd worden. Dus dat hele idee van de buit van satan is eigenlijk al helemaal niet goed. Satan heeft geen enkele buit. Mensen die verloren gaan zijn niet de buit van satan en hoeveel er zijn die verloren gaan, ook zo'n tekst als: velen zijn geroepen maar weinigen zijn uitverkoren, is ook precies zo'n redenering. Dat suggereert dat het totaal aantal mensen dat uitverkoren is maar een heel klein percentage zal zijn. Sommigen citeren er nog een tekst uit Jeremia bij, meestal in een wat verdraaide vorm, twee uit een stad en ??n uit een dorp, maar daar gaat het helemaal niet over eeuwige uitverkiezing. Dat velen zijn geroepen dat gaat daar notabene over Isra?l, in de gelijkenissen waar dat over gaat. Die teksten worden uit hun verband gerukt en, dat klinkt dan altijd heel mooi ja dat staat toch in de Bijbel en dan komt er zo'n vers, waarvan de mensen zelf niet eens weten waar het staat, laat staan in wat voor verband het staat. Dus alstublieft geen speculaties over dit soort getallen. WE WETEN ER NIETS VAN. Wilt u wat meer zeggen over Markus 11:24 Dat kan ik niet doen, want ik heb helemaal niets over dit vers gezegd, dus ik kan er ook niet meer over zeggen. Daarom zeg ik u, alles wat u maar bidt en vraagt, geloof dat u het ontvangt en het zal u gebeuren. Ik heb er nog niets over gezegd maar dat wil ik wel doen. Hier in Marcus 11 wordt nog een ander belangrijk element naar voren gebracht en dat heeft te maken met onze manier van bidden. Voor mij heeft deze tekst en dan vooral het vers dat eraan vooraf gaat heel veel betekenis gehad en dan vooral in een bepaalde fase van mijn leven. Vers 23; Ik zeg u dat wie tot deze berg zegt: wordt opgeheven en in de zee geworpen, en dan staat er, en niet twijfelt in zijn hart maar gelooft dat wat hij spreekt gebeurt. Het zal hem gebeuren. Hier gaat het over het element of wij bidden in geloof of ongeloof. Geloof betekent hier de innerlijke overtuiging dat mijn gebed naar de wil van God is en dat Hij zal geven waar ik om vraag. Niet alleen maar dat Hij dat kan, want dat is niet zo'n kunst, als je bidt voor een zieke en je gelooft dat God wel in Zijn algemeenheid, puur theoretisch, zo iemand zou kunnen genezen, wie gelooft dat nu niet? Zelfs athe?sten zullen zeggen dat als er een God bestaat die alle mensen geschapen heeft, dan zal die ook wel mensen kunnen genezen. Dus dat is niet zo bijzonder. Maar geloof dat zegt; ik ga dat nu vragen aan de Here God en Hij gaat dat ook geven, daar heb ik een innerlijke overtuiging van, dat is heel iets anders. Voor mij was de tekst betekenisvol in negatieve zin. Als je negatieve dingen over je uitspreekt en als je zelf daarin gelooft, dan zie je vaak dat dat gebeurt. Dat noemen we met een uitdrukking selffulfilling prophecy. Dat zijn dingen die je uitspreekt die bijna het karakter krijgen van een vervloeking soms. Je zal zien, nu gebeurt er dit. En die negatieve dingen worden heel vaak vervuld. Dat moest ik in mijn leven ontdekken en hier staat het in positieve zin maar het werkt naar beide kanten. Er staat niet Jakobus 5; het gebed van de oudsten zal de zieken gezond maken, er staat ook niet; de olie van de oudsten zal de zieke gezond maken, wat er staat is; het gelovig gebed van de oudsten, dat wil zeggen, het is niet zozeer de olie, het is ook niet zozeer het gebed, maar zit er geloof achter? Vandaag is het echt in, overal zie je dat kerkeraden ertoe over gaan om de ziekenzalving in te voeren, maar ik heb het weleens vaker gezegd, ik ben er een beetje argwanend bij, het punt is niet of ze olie op iemand aan kunnen brengen, dat kan iedereen, maar of ze geloof genoeg hebben dat God ook wonderbaarlijk zal genezen in vaal van dei gevallen. Dus dat is hier het element; de gezindheid waarin je bidt, de geloofskracht. Wie zich aan God toevertrouwt. Zoals de hoofdman in Mattheus 8 van wie gezegd wordt; Zo'n groot geloof heb Ik in Isra?l nooit gevonden. Wat was het grote aan dat geloof? Dat hij zei; Heer, U hoeft helemaal niet bij mij thuis te komen, waar U bent, U hoeft maar een woord te spreken en mijn knecht zal gezond worden. Een groot geloof is een geloof dat weinig van de Here Jezus nodig heeft om grote grote dingen van Hem te verwachten. Dit is een ander element, ik ga er ook verder niet over uitweiden, dat ook bij die tekst uit Mattheus 7 gevoegd kan worden. Wat betekent het je kruis te dragen als discipel van Jezus? En wat betekent het om afstand te doen van al wat je hebt? Dat zijn twee uitspraken uit Lucas 14 over het discipelschap. Het heeft niet direct met het onderwerp te maken maar wel in bredere zin met wat is nu een discipel van Jezus? En Hij zegt in Lucas 14 dat je aan drie eisen moet voldoen en die behoren tot het moeilijkste wat daarover geschreven wordt in het Nieuwe Testament. Eerste eis: Als je niet van Mij meer houdt dan van je vader en je moeder, je man, je vrouw en je kinderen, kun je mijn discipel niet zijn. Letterlijk staat er; als je niet vader en je moeder haat en je man en je vrouw en je kinderen enzovoort, maar dat betekent, neem maar even van mij aan, als je niet meer liefhebt dan al die anderen. De tweede eis is wat hier staat, als je niet je kruis opneemt en Mij volgt, dat is niet het kruis van Jezus, het gaat niet over het feit dat we onze hartstochten en begeerten moeten slaan aan het kruis van Christus, het gaat niet over Zijn kruis, het gaat over je eigen kruis. En het betekent ook niet wat mensen vaak zeggen; elk huisje heeft zijn kruisje, dat zijn de dingen die je opgelegd worden. Maar dit zijn de dingen die je zelf opneemt. In Lucas 9 staat dat je dagelijks je kruis moet opnemen, dat betekent dat je er zelf voor kiest een consequente discipel van Jezus met alle vervolgingen en verdrukkingen die daarbij zouden kunnen horen en je kunt er ook voor kiezen om het eens een keer niet te doen, om op een dag dat kruis eens niet op te nemen en je net zo te gedragen als de mensen en de wereld en dan heb je ook heel wat minder last. Dat is een keuze die je elke dag weer opnieuw maakt. Consequent achter Jezus aan te gaan, het kruis betekent hier dat je dus dat je een prooi bent van de spot en de smaad van de hele wereld en daar kun je voor kiezen. Of je zo'n discipel wil zijn of dat je dat niet bent. En afstand doen van al wat je hebt, betekent niet letterlijk alles wat je hebt weg geven, maar het allemaal in Zijn handen leggen en zeggen; Heer, alstUblieft, het is allemaal van U. Al die gemeenten waar ruzie gemaakt wordt of je nu 10 procent aan de gemeente moet geven, ja of nee, het gaat allemaal voorbij aan dit simpele feit dat Hij geen 10 procent van ons vraagt, dat is het Oude Testament, maar Hij vraagt 100 procent van ons. Het is al van Hem trouwens. De vraag is niet; Hoeveel moet je aan Hem geven, de vraag is; Hoeveel mag je voor jezelf houden? Vooral mensen die om een Ferrari bidden mogen dat weleens goed bedenken. Zou er in de evangelische gemeenten niet wat meer over de twee wegen gesproken moeten worden? Nu ik van u hoorde dat iemand vertelde dat er maar tien procent echt toegewijd zou zijn aan God, gezien de tijd waarin we leven? Nou, het kan in elk geval nooit kwaad om dat in de evangelische gemeenten te doen. Maar ik zei u al het is niet zozeer dat hij zei: 10% is mij maar echt toegewijd, hij zei, 10% wordt maar behouden. Dat gaat nog veel verder en ik suggereerde erbij dat hij van veel andere stromingen nog een veel lager percentage genoemd zou hebben. Alleen hij wilde zich daar niet over uitspreken omdat hijzelf evangelisch was. Maar dat betekent, hij was van mening en hij is een gerespecteerd Bijbelleraar, dat er heel veel huichelaars rondlopen, heel wat meelopers die nooit werkelijk een keuze voor de smalle weg hebben gemaakt. Dus dat zou ik zeker prediken in alle evangelische gemeenten en ik zou zeggen, pak de andere gemeenten er meteen bij. Ik geloof dat ik alles krijg wat ik nodig heb voor dit leven, dit is concreet. Ik ben niet altijd zeker dat ik de Heilige Geest ontvangen heb. Ja, luister, maar als u een kind van God bent dan hebt u de Heilige Geest ontvangen, dat is geen kwestie van onzeker zijn, dat staat gewoon in de Bijbel. U kunt er hoogstens onzeker over zijn of u veel van de kracht van de Heilige Geest ervaart. Maar u hebt het gekregen, het zit in het pakket. U hebt het misschien nog niet uitgepakt, bij sommige christenen zit het touwtje er nog omheen en het papiertje en ze leggen het op een mooi plekje in de kamer zodat iedereen kan zien wat ze gekregen hebben maar ze doen er verder niets mee, dat kan zijn. Romeinen 8 vers 9, Wie de Geest van Christus niet heeft, behoort Hem niet toe. Efeze 1 vers 13, Toen u tot geloof kwam bent u verzegeld met de Heilige Geest. Bent u een lid van het lichaam van Christus dan zegt 1 Korinthe 12 vers 13 dat we dat geworden zijn doordat we gedoopt zijn in de Heilige Geest. Dus de Heilige Geest hebt u ontvangen. Wat u niet altijd zo ervaart en dat geldt voor ons allemaal, is dat u vervuld bent met de Heilige Geest. Vaak is het maar een paar druppeltjes in plaats van een stortvloed. Een briesje in plaats van een orkaan. Het vonkje onder de as in plaats van een laaiend vuur. Daarom zegt Efeze 5 vers 18 Wordt vervuld met de Heilige Geest. En in feite is dat ook de boodschap van Lucas 5 vers 13. Hij wil de Heilige Geest geven aan hen die Hem daarom vragen, dat betekent niet dat er gelovigen zouden zijn die e Heilige Geest nog niet hebben, maar die de volheid willen, meer van Zijn kracht willen ervaren. Meer uit de volheid van die Geest zouden willen leven. En dat is niet abstract, dat is heel concreet. Als u zegt; Ik geloof dat ik alles krijg wat ik nodig heb voor dit leven, dan is het allermeest wat u nodig hebt, de volheid van de Heilige Geest want al het andere kunt u alleen maar beleven en waarmaken vanuit die Heilige Geest, dus je kunt het niet scheiden. Je kunt niet zeggen; ik heb alles wat ik nodig heb voor dit leven alleen van de Heilige Geest ben ik niet zeker. Dat is nu juist een van de belangrijkste dingen die u nodig hebt. Hier zitten nog wel wat misverstanden achter maar dat zou in een persoonlijk gesprek wat helderder moeten worden waar die precies liggen en wat we daarmee zouden moeten. Ik vind het moeilijk om te zeggen dat ik in Christus ben, of dat ik wedergeboren ben. Hoe weet ik dat? Er schiet mij een vreemde vraag te binnen, hoe weet u dat u geboren bent? En ik bedoel dat heel serieus. Hier zit u, u leeft, u ademt, u denkt, uw hart klopt, u kunt uw pols voelen. Als je vraagt, hoe weet je dat je leeft, ja, nogal wiedes, ik adem, ik praat, ik denk, ik voel. Hoe weet u dat u wedergeboren bent? Omdat u die kentekenen van de wedergeboorte vertoont. Als u die kentekenen erg opschroeft tot er bijna een volmaakt mens uitkomt, dan kunt u zichzelf behoorlijk aan het twijfelen brengen. Heel veel mensen zeggen, ja, maar ik doe nog zoveel zonde, maar dat wil niet zeggen dat je daarom geen kind van God zou kunnen zijn. Hoogstens dat je nog niet zo'n geweldig goed kind van God bent. Maar dat kun je leren, daar heb je ook weer de Heilige Geest voor nodig. Je ademt, je leeft, Christus is de inhoud van je leven, lang niet altijd zoals het misschien zou moeten zijn, maar waar draait je leven om? Waar gaat het je om? Met andere woorden, er zijn heel wat mensen die onzeker zijn over hun wedergeboorte, over het feit of ze een kind van God zijn omdat ze nog lang niet tevreden met zichzelf zijn. Ik zou zeggen, op het moment dat u tevreden met uzelf bent, zou ik juist extra naar uzelf laten kijken. Dus dat u niet tevreden bent, dat u het gevoel hebt, ik heb nog lang niet bereikt wat ik moet bereiken, dat is prima, maar een klein kind weet ook nog helemaal niets. Een klein baby'tje kan nog niets behalve luiers bevuilen en schreeuwen. Dan zeg je toch ook niet; ja, wat is dat nou, dat kind kan nog niet eens rekenen, kan nog niet eens behoorlijk praten, kan helemaal niet praten, kan nog niet eens lopen, dat is toch geen mens? Dat is natuurlijk onzin. Alle dingen moeten geleerd worden. Heel veel gelovigen zijn nog lang niet wat Christus van ze zou willen maken. Maar dat betekent niet dat ze daarom geen gelovigen zijn. Dus het is belangrijk om de goede criteria aan te leggen. Je weet van jezelf dat je een kind van God bent omdat je ondanks al je zwakheden en tekortkomingen toch diep in je hart graag de Heer wil dienen. Zoals Petrus dat zegt tegen de Here Jezus als hij weer hersteld wordt in de kring van de discipelen, Heer, U weet alle dingen, U weet dat ik U liefheb. Ik geef toe dat ik het niet altijd goed laat merken, dat ik daarin af en toe op mijn gezicht ga, dat ik ernstig faal, maar diep in mijn hart, U weet het, U kent me, weet U dat ik U liefheb. Ik mag u wel verwijzen naar mijn boek; Geloof, zekerheid, groei. Vooral de eerste helft gaat over geloofszekerheid, heel belangrijk. Zeker voor deze vraagsteller Zijn we niet net als de ongelovigen die een perfect lichaam willen hebben als we bidden voor genezing of is het zo dat God niet wil dat Zijn kinderen ziek zijn? Of dat we arm zijn? Een zegening hoeft niet per se een financieel voordeel of een gezond lichaam op te leveren. Denk aan een goede oogst en dan is de oogst toch niets waard en gaan mensen klagen. Dit is ook alweer een vraag voor een avondvullend programma, ik zal het zelf wel uitgelokt hebben. Kijk, er zitten twee kanten aan de zaak. Als mensen graag gezond willen zijn en gezondheid is 1 van de allergrootste zegeningen die een mens heeft, wat is het heerlijk als je kunt zeggen, ik ben gezond. Ja, je hebt allemaal weleens iets. Ik heb in deze tijd last van berkepollen. Maar daar is goed mee te leven. Je hebt allemaal wel iets maar in het algemeen ben ik zeer gezond. En daar ben ik blij mee. En als het minder zou worden dan zou ik graag willen dat mijn gezondheid weer terugkwam. Daar is niets mis mee om dat te willen en om dat te wensen. Het is een beetje makkelijk om tegen zieke mensen te zeggen; Ja, maar daar gaat het toch niet om, om een gezond lichaam. Ja, mooi praten mooi praten als je het zelf wel hebt. Het is een van de allerhoogste topdingen die we zouden willen voor het leven op deze aarde, dat we alsjeblieft maar gezond mogen blijven. Zou je oud willen worden? Ja, als ik maar gezond mag blijven, als ik nog maar een beetje kan lopen en kan horen en een beetje kan lezen. Gezondheid is een groot goed, daarvan mag je nooit zeggen, dat is niet zo, daar gaat het niet om. Maar omgekeerd, het is ook niet zo, dat is het andere uiterste, beide uitersten zijn verkeerd lijkt mij, het omgekeerde is ook niet dat een gezond lichaam een soort garantie is, dat er anders iets met je mis is. Die gedachte hoor je ook wel. Ik geef onmiddellijk toe, in de Bijbel hoor je nooit dat de Here Jezus tegen iemand zegt, Ja, sorry, voor jou is genezing niet bedoeld, het is in Gods boeken besloten dat jij ziek moet blijven. Het spijt Mij voor je. Iedereen die tot Jezus kwam, die werd genezen. Niet iedereen kwam bij de Here Jezus, maar wie er kwamen die werden genezen. We lezen nooit in de Bijbel dat het Gods plan is voor iemands leven dat hij ziek blijft. De doorn in het vlees heeft hier niets mee te maken. Het is de enige strohalm die theologen hebben om toch hun punt te maken maar dan moet je eerst bewijzen dat die doorn in het vlees iets met ziekte te maken heeft. Ik weet een heleboel argumenten waarom ik denk dat dat niet zo is. Dus dat is de andere kant van het verhaal. Je moet iet te makkelijk doen alsof ziekte gewoon bij het leven hoort en dat we dat maar moeten accepteren maar je moet ook niet zo doen alsof je per se gezond moet zijn anders mag je geen goed christen genoemd worden. Dat zijn allebei simplistische antwoorden. En simplistische antwoorden zijn altijd verkeerd. Er is geen zaak in dit leven waar als je er maar grondig genoeg over nadenkt die tenslotte nog ingewikkelder blijkt dan je ooit gedacht had. Hoe ouder ik word hoe meer ik ontdenk dat alle dingen die ik vroeger zo goed snapte dat die alleen nog maar ingewikkelder geworden zijn. Dat is een heel eigenaardig leerproces. Alles blijkt ingewikkelder. Dit zijn twee simplistische standpunten en ze komen allebei rijkelijk in ons land voor en ze zijn volgens mijn bescheiden mening allebei verkeerd. Hoe zit het dan wel? Daar moeten we weer een hele avond apart over praten. Volharden tot het einde kan ook een karaktereigenschap zijn. Dat Petrus zich voor een dienstmaagd schaamde en daardoor Jezus verloochende had denk ik ook met zijn karakter te maken. Hoe moeten we dat zien? Daar zit wel wat in. Petrus is een haantje de voorste, Petrus is iemand die eerst praat en dan pas nadenkt. Dat is frappant om dat te zien. Er zijn heel veel dingen die ik ook wel van Petrus in mijzelf herken. Johannes is veel bezadigder, dat is zo leuk als ze allebei naar het graf van Jezus lopen. Dan zie je precies de verschillen tussen die twee kerels. Wie kwam het eerste aan van die twee, wie won de wedstrijd? Johannes. Maar wie ging het eerst naar binnen? Kijk, dat is het verschil. Petrus ging het eerst naar binnen, die kwam aan, Johannes was er al lang, fit als een hoentje, en die stond te kijken, maar Petrus rende meteen naar binnen. Hetzelfde in Johannes 21, dit was Johannes 20, wie zag het eerste van de twee dat het Jezus was daar op de oever? Johannes! Het was Johannes die zei; Het is de Heer! En wie sprong er toen onmiddellijk het water in? Petrus. En zo is het dat is karakterverschil. De een heeft een dieper inzicht, ziet sneller, de ander doet meer en denkt te weinig. Dat is die spontaniteit, dat over het water lopen, Heer zeg dat ik bij U moet komen en dan doe ik dat. En hij doet het ook nog. Johannes zal niet zo gauw iets vragen maar Johannes zakt ook niet door het water heen, dat is weer de andere kant van de zaak. Dus dat karakter er iets mee te maken heeft , ja, maar luister, met je goede karakter alleen red je het niet. Volharden tot het einde daar gaat het over geestelijke machten. Dat is niet alleen maar volhouden. Volhouden dat betekent, tjonge jonge we moeten nog zoveel kilometer. Ik heb ooit met mijn twee zonen de hoogste berg van Zuid-Afrika beklommen, 3300 meter hoog, ik laat het even bezinken en dan pas vertel ik dat je tot 2500 meter met de auto kon komen, maar dan blijft er toch nog 800 meter hoog over en weer 800 meter terug en dat op 1 winterdag, dus een korte dag, we begonnen 's morgens toen het licht werd en we hadden elkaar nodig. Ik heb zo ontzettend last van hoogtevrees maar ik hoefde maar twee vingers op de schouders op een van die jongens te leggen en dan was het allemaal weg. Dus zonder hen had ik het nooit gered. Ik snap het nog steeds niet want mijn verstand zei; je bent nog steeds niet veiliger dan zonder die twee vingers maar mijn gevoel was helemaal ok?. Toen moesten we ook nog een kettingladder op van 25 meter hoog, hoe we dat voor elkaar hebben gekregen snap ik nog steeds niet, maar als je iets wil, dan kun je een hoop. 25 meter tegen een steile rotswand omhoog, kettingladder, en toen kwamen we boven aan, en zeiden de jongens, nu hebben we geen zin meer, het is nog zo'n eind lopen, dat was ook zo, het was nog 5 kilometer en weer terug en dan weer die kettingladder af, dat was het ergste van de hele tocht. Ik zei; Kom op, jongens, we zijn nou tot hier gekomen, nu gaan we ook door tot aan de top en dat hebben we gedaan. Zij wilden niet volharden tot het einde, maar ja, hoe oud waren de jongens, 14 en 16 geloof ik, maar ik was op dat moment de sterkere, psychologisch, maar luister, geestelijk volharden is niet een kwestie van jongens, tanden op elkaar, doorgaan. Daar gaat het om strijd tegen geestelijke machten. En dan red je het niet met een goed karakter, met karaktersterkte. Dan red je het alleen maar als er geestelijke kracht tegenover die geestelijke machten staat. Dus karakte speelt een rol maar die mag je ook weer niet overschatten. Natuurlijk, de een is een grotere volhouder dan de ander, maar als het om geestelijke strijd gaat is er uiteindelijk de geestelijke wapenrusting en geestelijke kracht van de Heilige Geest die je in je hebt belangrijker dan alleen maar dat karakter. |